top of page

Taak 3: De kleuters doen alsof ze een toverstokje zijn

  • Foto van schrijver: Kiki Eeckeleers
    Kiki Eeckeleers
  • 4 jan 2018
  • 6 minuten om te lezen


Thomas More Campus Kruidtuin

T 015 36 92 20


Activiteit

Domein: Beweging

De kleuters doen alsof ze een toverstokje zijn

Onderwerp (werken rond): toveren

Werkvorm, techniek (werken met): dansexpressie

Domeindoel (werken aan): vormen in houdingen en beweging


Leeftijd

3 jaar


Ervaringssituatie

x Explorerend beleven (EB)

O Ontwikkelingsondersteunend leren (OL)

O Ontmoeten (OM)

Sturing door de leerkracht (zet een X)

geen --x------------------------------- veel

Welke ontwikkelvelden komen hier aan bod?

X Ontwikkeling innerlijk kompas O Mediakundige ontwikkeling

X Socio-emotionele ontwikkeling X Muzische ontwikkeling

X Ontwikkeling van initiatief en

verantwoordelijkheid


O Taalontwikkeling

X Motorische en zintuiglijke ontwikkeling O Ontwikkeling van logisch en wiskundig

denken

O Ontwikkeling van de oriƫntatie op de

wereld

O Levensbeschouwelijke ontwikkeling

Doelen

SEgb1 : Gevoelens en behoeften bij zichzelf en anderen beleven, aanvaarden, herkennen en in taal uitdrukken De basisemoties ontdekken in de eigen lichaamsexpressie en lichaamshouding en deze op een eenvoudige wijze uitdrukken - lichaamstaal die emoties uitdrukt herkennen bij zichzelf en de ander - taal geven aan (de gradatie) van deze emoties


IKid1: Basisvertrouwen ontwikkelen 2.5-12 Vertrouwen hebben in zichzelf - zichzelf aanvaarden met zijn mogelijkheden en beperkingen - zichzelf durven zijn, alleen en tussen anderen - voor zichzelf opkomen


IVoc2 Exploreren en experimenteren in de wereld rondom zich 2.5 - 12 Genieten van exploreren en experimenteren - een onderzoeksgerichte houding aannemen

De wereld rondom zich speels, fantasierijk en onbevangen exploreren - bereidheid tonen om met het eigen lichaam, materialen, voorwerpen en technieken en technische systemen te experimenteren om er de mogelijkheden van te ontdekken - zich verwonderen over de mogelijkheden die men ontdekt door actief te exploreren en te experimenteren


MZkm1 : Zelfredzaam zijn in het uitvoeren van manipulatieve handelingen in verschillende situaties; deze handelingen nauwkeurig, gedoseerd en ontspannen uitvoeren


MUge2 : De muzische bouwstenen beleven, herkennen, onderzoeken en hanteren.

Tijd (duur, tempo, cadans)

2.5 - 5 Speels en onder begeleiding beleven van

verschil tussen korte en lange, snelle en trage bewegingen

cadans

Kracht (spanning, gewicht, energie)

2.5 - 5

Speels en onder begeleiding beleven van:

zware en lichte bewegingen

gespannen en ontspannen bewegingen

Verantwoording

Ik wil de kleuters creatief laten bewegen vanuit dansopdrachten. De kleuters mogen zelf kiezen hoe ze iets willen verbeelden. Hierdoor wil ik ze een eigen stijl laten ontwikkelen.

Bron

Crul, K. (2015). Zeppelin. Didactiek voor muzische vorming. Kalmthout: Pelckmans Uitgeverij nv

Materiaal

Ā· Het liedje ā€˜toveren’ van het Filharmonisch Orkest van Praag gevonden op het internet op 28 november 2017 via de link https://www.youtube.com/watch?v=UAX4k9Gakpg (3:26 minuten)

Ā· Het liedje ā€˜toveren’ van Alfred J. Kwak gevonden op het internet op 28 november 2017 via de link https://www.youtube.com/watch?v=KctmG-VpHIc

Ā· Een ruime zaal,

Ā· Laptop met oplader om de liedjes af te spelen,

Ā· Kist met slot,

Ā· Verschillende soorten zelfgemaakte toverstokken.

Verloop

Inleiding

Wanneer de kleuters de zaal binnenkomen, loop ik al wervelend naar hen toe, mijn toverstokje zwaaiend in het rond.

ā€˜Oh, jullie komen vast kijken naar wat er in mijn koffer zit.’

ā€˜Kom erbij en ik zal het jullie tonen.’

Ik probeer de koffer enthousiast open te maken, maar dit lukt me niet.

ā€˜Misschien moet ik een toverspreuk zeggen om de kist te openen.’

Ik hou een vinger bedenkelijk tegen mijn kin.

ā€˜Abracadabra, koffer open!’ Ik schud mijn hoofd.

ā€˜Sesam, open u!’ Ik wacht en schud weer ontgoocheld mijn hoofd.

Plots steek ik mijn vinger in de lucht en roep opgewonden: ā€˜maar natuurlijk, ik heb mijn toverstok niet gebruikt.’

Ik herhaal de 2 toverspreuken en zwaai hierbij met mijn toverstok.

Nog steeds gebeurt er niets.

ā€˜Maar natuurlijk, misschien kunnen jullie mij helpen!’

ā€˜Als jullie allemaal een toverstok uitkiezen (ik wijs naar de toverstokken op de grond) en mee de toverspreuk zeggen dan gaat de kist vast open.’

De kleuters kiezen elk een toverstok die rond de kist liggen.

ā€˜Zijn jullie er klaar voor? Ik tel tot 3 en dan zeggen we Abracadabra, koffer open!’

ā€˜Vergeet niet met jullie toverstok te zwaaien.’

ā€˜1, 2 en 3; Abracadabra, koffer open.’

Ik krijg de koffer nog steeds niet open.

ā€˜Hm, misschien moeten we een grotere draaibeweging maken met onze toverstok.’ Ik doe de beweging voor.

De kleuters proberen de beweging na te doen.

ā€˜Ja, zo.’

ā€˜Zullen we het nog ƩƩns proberen?’

ā€˜1, 2 en 3; Abracadabra, koffer open!’

De koffer gaat nog steeds niet open.

ā€˜Zeeeggg, maar dat is niet leuk! Waarom gaat die koffer nou niet open?’ Ik stamp kwaad met mijn voet op de grond.

Ik tik met het toverstokje een paar keer in mijn hand.

ā€˜Misschien werken onze toverstokjes helemaal niet.’

ā€˜Mmmm, zou het …. Nee dat kan niet! Of toch?’

ā€˜Ik denk dat we zelf toverstokjes moeten worden.’


Kern

ā€˜Dan moeten we natuurlijk weten welke toverstokjes er allemaal zijn.’

ā€˜Je hebt lange, rechte toverstokjes, houten, gebogen toverstokjes, kleine toverstokjes, grote toverstokjes, … je hebt er zoveel!’

ā€˜Mijn toverstokje dat ik heb gekregen van de feeĆ«nkoningin is klein, maar beweegt heel sierlijk, zo.’

Ik maak sierlijke bewegingen met mijn armen, maak huppeltjes, kleine sprongen, buig door mijn knieĆ«n, ga op de tenen staan, ā€˜draag’ mijn armen en draai hierbij rond de kleuters.

ā€˜Jaaa, we worden allemaal sierlijke toverstokjes.’

ā€˜Ik zet een muziekje op waarop we samen kunnen dansen als een sierlijke toverstok.’

ā€˜Je mag heel de zaal gebruiken.’

ā€˜Als de muziek stopt dan blijven we stokstijf staan; we bevriezen onze beweging net zoals een standbeeld.’

ā€˜Jullie mogen jullie toverstokjes neerleggen naast de kist.’

Ik zet de muziek van het Filharmonisch orkest van Praag op en we starten met bewegen.

Wanneer ik de muziek stopzet, herhaal ik aan de kleuters dat ze stokstijf moeten blijven staan. Ik loop door de zaal en blijf hier en daar bij een kleuter staan; ik geef opmerkingen zoals ā€˜dit stokje beweegt zo sierlijk als een zwaan; kijk hoe mooi het hoofd gebogen is’, ā€˜dit stokje lijkt wel op een ballerina; de tenen gestrekt of de benen geplooid of de rug gebogen, …’.

ā€˜Als ik de muziek weer opzet, mogen jullie verder dansen.’

Ik herstart de muziek.

De kleuters kunnen nu eventueel de besproken bewegingen van de andere kleuters imiteren of nieuwe bewegingen uitvinden op basis van de gekregen feedback.

Ik laat de kleuters weer bewegen in de zaal en wanneer ik de muziek stopzet, zeg ik dat ze dichterbij mogen komen.

ā€˜Zo’n mooie, sierlijke toverstokjes dat jullie waren!’

ā€˜Ik heb jullie verteld over de toverstok die ik heb gekregen van de feeĆ«nkoningin, maar mijn allereerste toverstok die ik heb gekregen van mijn moeder, tjonge, die was spuuglelijk. Lang en zo onhandig om mee te werken.’

ā€˜Het bewoog zo.’

Ik maak houterige bewegingen door met stokstijve armen en benen van links naar rechts te bewegen, af en toe beweeg ik me op en neer en zak door de knieƫn. Mijn hoofd hou ik overdreven opgericht.

ā€˜Dat gaan jullie nu ook proberen.’

ā€˜Als ik de muziek herstart, mogen jullie ook zo bewegen door de zaal.’

ā€˜Stopt de muziek, dan staan jullie stokstijf stil.’

We bewegen door de zaal tot ik de muziek weer afzet. Ik herhaal aan de kleuters dat ze stokstijf moeten blijven staan als een standbeeld. Ik loop door de zaal en blijf bij enkele kleuters staan om weer feedback te geven.

ā€˜Zo zag mijn toverstok er ook uit; stijf, gestrekte armen en/of benen, hoofd opgericht, …’

We herhalen het proces opnieuw.

De kleuters kunnen nu eventueel de besproken bewegingen van de andere kleuters weer imiteren of nieuwe bewegingen uitvinden op basis van de gekregen feedback.

ā€˜Soms gebeurde het ook dat mijn toverstok niet meer werkte!’

ā€˜Hoe zouden jullie uitbeelden dat een toverstok niet meer wil bewegen?’

Hopelijk zijn er hier kleuters die met ideeĆ«n afkomen. Zij mogen dit dan voordoen aan de anderen. Zo niet, dan laat ik zelf enkele ā€˜weiger’ bewegingen zien.

De kleuters mogen deze bewegingen voordoen als de muziek start. Stopt de muziek dan staan ze weer stokstil.

ā€˜Hoe kan je nog zien dat mijn toverstokje niet wil bewegen of zelfs dat het kapot is?’

Kleuters mogen raden en anders geef ik het antwoord.

ā€˜Het toverstokje beweegt steeds trager en trager, tot het zelfs helemaal niet meer beweegt.’

ā€˜Dat mogen jullie nu proberen na te doen.’

De kleuters herhalen heel het proces van zelf uitproberen, imiteren en eigen creaties vormen op basis van wat ze hebben geobserveerd.

Als eindopdracht wil ik de kleuters gezamenlijk de 3 verschillende bewegingen laten maken.

ā€˜Ik vraag me af of we door samen te dansen als toverstokjes mijn kist wel open krijgen?’

Ik verdeel de groep in drie. Ik zeg tegen de kleuters dat ik 1 kleuter zoek die het ā€˜kapotte’ toverstokje wil dansen, 3 kleuters die het ā€˜onhandige, stijve’ toverstokje willen dansen en 6 kleuters die het ā€˜sierlijke’ toverstokje willen dansen. De kleuters geven elkaar een hand en vormen per toverstokje een kring. Er zijn dus 2 kringen en de kleuter met het ā€˜kapotte’ toverstokje staat er middenin. De ā€˜sierlijke’ toverstokjes vormen de buitenste kring.

Ik zeg tegen de kleuters dat als de muziek start ze allemaal mogen beginnen dansen. Stopt de muziek dan stoppen ze met dansen.

Ik start de muziek van Alfred J. Kwak en terwijl de kleuters dansen open ik ongezien de koffer.

Wanneer ik de muziek stopzet mogen de kleuters naar de kist komen.


Slot

De kleuter die het ā€˜kapotte’ toverstokje heeft gespeeld mag de koffer openmaken. In de koffer liggen allemaal lintjes met sterretjes aan. Elke kleuter krijgt een lintje met sterretjes en mag het aan zijn toverstok hangen die de kleuters mee naar huis mogen nemen.

De kleuters mogen plaatsnemen op de grond. Ze krijgen even de tijd om hun lintje aan hun toverstok te hangen.

Daarna overloop ik even wat we allemaal hebben gedaan en stel enkele vragen.

Ā· Welke 3 bewegingen maakten onze toverstokjes?

Ā· Welke bewegingen maakten het ā€˜kapotte’ toverstokje, het ā€˜sierlijke’ toverstokje en het ā€˜stijve, onhandige’ toverstokje?

Ā· Was het verschil tussen de 3 toverstokjes duidelijk voor de kleuters en zo niet, wat was er onduidelijk?

Ā· Welke bewegingen vonden de kleuters het moeilijkst om te doen?

Ā· Welke bewegingen vonden de kleuters fijn om te doen?

Ā 
Ā 
Ā 

Recente blogposts

Alles weergeven
Taak 4: Mooie dromen en enge dromen

Thomas More Campus Kruidtuin T 015 36 92 20 E stagebasisonderwijsmechelen@thomasmore.be W leon.thomasmore.be Activiteit Domein: ...

Ā 
Ā 
Ā 

Comments


bottom of page